Een tragikomedie over loslaten en afscheid nemen. Een 12-jarige jongen vertelt via zijn dagboek over het jaar na de verdwijning van zijn moeder. Hij probeert haar te vinden en creëert in zijn wanhoop een fantasievriend. Kabouters bestaan niet. Maar in JIMI van Cis Van Peer zitten ze op een bank in het park of komen ze stiekem in je slaapkamer rondneuzen. Kabouter Jimi is echter geen zachtaardige Plopfiguur met blozende wangetjes. Hij stinkt een uur in de wind, spuwt op de grond, rookt en vloekt als een ketter. Soms weet de eenzame jongen niet wat erger is: mama’s verdwijning of papa’s verdriet daarover. Op eigenzinnige wijze en met veel verbeeldingskracht besluit hij naar zijn moeder op zoek te gaan. Bij die zoektocht krijgt hij de nodige hulp van een onverwachte partner. JIMI is een verhaal over verlies en hoe we allemaal onze eigen weg moeten zoeken om het verlies van wat ons dierbaar is al dan niet goedschiks te accepteren. En dit zowel op persoonlijk vlak (het verlies van een familielid of geliefde) als op maatschappelijk vlak (het verlies van een generatie die wordt opgeofferd aan het oorlogsbedrijf). Dat we in die zoektocht naar acceptatie soms (ver)dwalen, ligt voor de hand. Neventhema’s zijn de (on)macht van (de) taal, de logische absurditeit van de dood en de onmogelijkheid om een mens ooit echt te kennen. Ecce homo. | |